Schepping: de tweede dag
In den beginne was het Woord
Zusters en broeders
God schept ruimte. Eigenlijk is dat waar het bij deze 2e scheppingsdag over gaat. Eerlijk gezegd verraste het mij enigszins, toen ik me nader in dit verhaal ging verdiepen. Dat de eerste dag over de schepping van licht en donker, dag en nacht ging, dat wist ik wel. Maar toen kwam toch de scheiding van land en water? Niet dus. Op de tweede dag gaat het om de scheiding der wateren. Let wel: het water zelf wordt niet geschapen, maar gescheiden. God brengt een koepel aan die het water in tweeën splitst: de koepel noemde Hij hemel. Er is water onder en er is water boven. En daar tussenin dan de lucht; -ofzo? Misschien wel interessant dat we niet zo goed op de hoogte zijn van wat er op deze tweede scheppingsdag precies gebeurt, want heel makkelijk te plaatsen is het niet. In de tijd dat het lied van de schepping werd geschreven, was dat waarschijnlijk nauwelijks een probleem, maar toen de schepping inzet werd van het heftige debat of de Bijbel wel of geen ‘gelijk’ had, past deze dag niet zo goed. Als letterlijke beschrijving van een gebeurtenis is het moeilijk te plaatsen. Wordt de aarde een soort duikboot die in het midden van een oerzee dobbert? En is de hemel een koepel; als een vlies of membraan die het water boven weg houdt? En wat is er dan precies onder? Lucht en aarde, zou je denken; maar dat is allemaal nog niet geschapen. Het land komt pas volgende week…
Het kost ons misschien niet veel moeite om de letterlijkheid van het verhaal los te laten. Misschien zelfs rijst de vraag waarom we het er überhaupt over moeten hebben, want de letterlijke uitleg is onderhand toch een gepasseerd station? De hemel is het woord dat wij gebruiken om de oneindige ruimte aan te duiden. Het is niet een soort vlies waarboven water zou zijn (en dat eventueel lek zou kunnen slaan…). ‘Boven’ en ‘onder’ zijn bovendien betrekkelijke termen als je ze op de aarde als geheel betrekt. Want de aarde is rond, en wat boven of onder is hangt er maar van af, van waaruit je kijkt. Waar je staat. In de 16e eeuw kon er nog een heel debat ontstaan tussen Galileo Galilei en de kerk over deze kwestie, maar onze tijd neemt, in de regel, de gangbare inzichten over zonnestelsels aan. En het is daarbij niet geheel toevallig dat de uitleg van de Bijbel door menigeen als onjuist en achterhaald ter zijde wordt geschoven. Een gevolg óók van het creationisme dat de letterlijke juistheid van de Bijbel bepleit. Want als dát de eis is, dan verliest de Bijbel alle betekenis als het onjuist blijkt te zijn. En dan kun je zo’n onbegrijpelijk dag als de tweede maar beter wat uit zicht houden.
Maar gáát het bij de Bijbel om het beschrijven van objectieve standen van zaken? Gaat het bij de Bijbel om verklaringen van gebeurtenissen? Of gaat het bij de Bijbel veeleer om het verwoorden van hoe je in de wereld kunt staan? Over hoe wij onszelf kunnen begrijpen en welke plek wij innemen in de wereld. Gaat het bij de schepping dàn minder om wat er ooit lang geleden is gebeurd, en gaat het méér over wat nog komen moet, hoe het ons is beloofd. En gaat dat niet buiten ons om, maar heeft dat alles ook met ons te maken.
Dit, voor alle duidelijkheid, is niet een sluwe manier om het Bijbelse verhaal van historische kritiek te redden. Dit is niet een mouw die we aan een probleem passen, om de Schrift uit de wind te houden. Dit gaat erover dat de Bijbel verkeerd wordt begrepen als het als historisch verklaringsmodel wordt gebruikt. In de christelijke traditie is deze omgang met de Bijbel, en niet de letterlijke interpretatie, altijd bepalend geweest.
U heeft het plaatje achter mij al even kunnen bekijken en u heeft vast begrepen dat het een plaatje van de schepping betrof. Een afbeelding van rond 1400, met een aarde die overigens toen ook al als bol werd weergegeven… Misschien is u ook nog iets anders opgevallen. De scheppende figuur is niet God de Vader, maar is de Zoon. Als u goed kijkt kunt u in de heiligenkrans een rode kruisvorm ontdekken; de aanduiding dat het om Christus gaat. Ik zag het plaatje onlangs in het Van Limborch-huis hier in de binnenstad. U bent er vast wel eens langs gelopen, naast de C&A in de Burchtstraat. Het is een klein museum dat gaat over de gebroeders van Limborch; wellicht de grootste kunstenaars die, in ieder geval in de middeleeuwen, uit Nederland kwamen en die hier in de Burchtstraat zijn geboren. Heel erg leuk om een te bezoeken, maar dan wel graag met de uitleg van de rondleiders waaronder Arjen Uittenbogaard, die niet alleen organist maar ook begenadigd verteller is.
De gebroeders geven de scheppende God niet weer als oude man, God de Vader, maar als de jonge Christus, de eersteling van de schepping. Deze insteek komt vaker voor in de schilderkunst, hoewel meer in de oosters-orthodoxe traditie dan in de westerse kunst, en hangt samen met wat er in Johannes 1 te lezen is: ‘in den beginnen was het Woord’… ‘Alles is erdoor ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat.’ Dat Woord is in Christus vlees geworden en de tekst wordt dan ook vaak met kerst gelezen. Maar als we het in een historisch verband zouden plaatsen, komt er kortsluiting. Want Jezus werd pas geboren toen de schepping al eeuwen en eeuwen onderweg was, en zou Hij dan aan het begin staan?
Laten we de gebroeders van Limborch en hun theologische inzichten niet onderschatten en denken dat zij het misschien nog niet helemaal goed begrepen hebben… Wat zij ongetwijfeld héél goed begrepen, veel beter dan onze tijd dat vaak doet, is dat het niet om een historische verklaring gaat, maar om het betekenisvolle verband dat door de tijd, en door de geschiedenis héén gaat.
Deze manier van denken sluit aan bij een oeroude lezing van het scheppingsverhaal van joodse origine. Net iets eerder dan Jezus ontwikkelde een joodse denker in Alexandrië deze gedachte. Niet toevallig in Alexandrië, de grote wereldstad op de kust van Egypte, maar zelf volop Grieks. Een stad van welvaart, handel en een toevluchtsoord voor Joden. Een beetje zoals New York vandaag de dag. Daar leefde ene Philo, opgegroeid met de Hebreeuwse Bijbel, maar ook volop thuis in de Grieks filosofie. De joodse godsdienstige inzichten en de griekse filosofie stonden voor hem niet op gespannen voet, maar vulden elkaar geweldig aan, en het aanknopingspunt was precies het scheppingsverhaal. Want in het Oude Testament schept God door onderscheidingen te benoemen. Het gaat niet ‘uit het niets’, maar het gaat om verschil tussen licht en donken, onder en boven, land en water. En God maakt dat verschil door te spreken. En precies dat wordt bij uitstek verwoord met het Grieks begrip ‘logos’. We herkennen het woord misschien van ‘logopedie’, en van ‘logica’. Het betekent ‘woord’, maar het gaat veel verder dan dat en duidt óók het spreken aan, maar ook begrip en begrijpen, maar óók orde, structuur, rekenen, rationaliteit en redelijkheid,. Het betekent verband en samenhang, en hangt daarmee ook samen met betrouwbaarheid, kennis en waarheid. Die combinatie legde Philo: als God met het spreken van woorden orde in de chaos aanbrengt, dan legt hij structuur en regelmaat, betrouwbaarheid in de schepping. En die gedachte wordt opgepikt door Johannes. Als Jezus het vleesgeworden Woord is, dan ís in Christus het goddelijke scheppingsplan op aarde en openbaar geworden. In Christus is de waarheid van God in ultieme geconcentreerde vorm kenbaar.
Voor ons moderne mensen is dit niet zo’n gemakkelijke gedachte, want het gaat niet om een historische volgorde, maar het gaat om kwalitatieve verbanden in de tijd. En de consequenties ervan zijn nauwelijks te overschatten. Want het betekent dat alle waarheid die er is, ooit was en ooit zal zijn met deze scheppingsorde in verband moet kunnen worden gebracht. Jezus is dan het centrum van de geschiedenis, die alles wat ervóór kwam, en alles wat erná kwam in zich verenigde. En dan gaat het niet om de losse dingen, maar om de samenhang. Gaat het niet om losse feiten, maar om betekenissen. Gaat het om de denkmogelijkheden die geopend of gesloten zullen worden, die niet zozeer verklaren maar richting geven.
Als we zo naar het scheppingsverhaal kijken, dan gaat het niet om die ene gebeurtenis op dat ene moment lang geleden. Maar gaat het om betekenissen die met Gods plannen en bedoelingen te maken hebben en die de volgelingen van Jezus in Hem herkenden. Dan is de schepping niet zomaar het begin van de tijd, en daarmee klaar. Maar dan gaat het scheppingsverhaal over de doorgaande verhouding tussen schepper en schepping. Dan gaat het erom dat we de geschapen werkelijkheid niet als een klomp wezenloze klei zouden moeten beschouwen, maar als iets dat door God is gewild en bedacht en dat wij als geschenk mogen aanvaarden. Dan is het scheppingsverhaal een loflied op al het moois dat ons omringt, dat geen conflict met wetenschap moet oproepen, maar vreugde en dankbaarheid.
Amen
Deel deze preek
Genesis 1: 6-7
De tweede dag
Toen zei God: ‘Er moet een koepel zijn die het water in tweeën splitst.’ En zo gebeurde het.
God maakte de koepel en splitste het water in tweeën:
water onder de koepel en water er boven.
God noemde de koepel ‘hemel’.
De avond kwam en toen de morgen:
dat was de tweede dag.