Alle preken

3e advent

Wat verwachten van de Messias?

Zusters en broeders, 

‘Zo staat het geschreven bij de profeet: : “En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’ De geleerden van koning Herodes hadden misschien een net wat andere Bijbel, want het citaat wijkt een beetje af, maar we horen de woorden van Micha er in terug. Het is deze profetie waarmee de magiërs uit het oosten op de weg naar Betlehem werden gezet. En daarom lezen we vandaag, ongebruikelijk, op de 4e advent ook van de wijzen. De magiërs uit het oosten, die de volken vertegenwoordigen, en die het koningskind eer komen bewijzen. Mattheüs gebruikt de woorden van Micha om de figuur van Jezus te introduceren. Met dit soort woorden, geheiligd door de traditie van eeuwen, wordt de bijzonderheid van Jezus uitgedrukt. Een profetie is geen voorspelling, die al of niet uit kan komen, want de Bijbel doet niet aan wichelarij. Een profetie is een manier om met betekenissen van ooit eigentijdse gebeurtenissen te verstaan en stem te geven. En dáár is die profetie van Micha toch bij uitstek voor geschikt? Oók als de profeet Micha zelf een net wat andere betekenis op het oog zou hebben?

Micha, een profeet uit de 8e eeuw voor Christus; rond de tijd dat het noordrijk Israel door de Assyriërs onder de voet zal worden gelopen. Hij kwam uit Moreset-Gat; niet een joodse, maar een Filistijnse stad, gelegen in de tegenwoordige Gazastrook. Een Palestijn, dus, die de wil van God stem geeft? Een profeet die onrecht aan de kaak stelt. Een profeet die de heersende klasse van zijn dagen onder zware kritiek stelt en opkomt voor de onderdrukte plattelandsbevolking. Eén van de profeten ook die de aanstormende Assyriers niet zomaar als vijanden van God zagen, maar als instrumenten in de handen van God. Om het weerspannige volk te straffen, dat geen ernst maakte met Zijn geboden van gerechtigheid. Wie de gerechtigheid van God met voeten treedt, zal Zijn toorn over zich afroepen. Bij deze profeten is God niet meer de stamgod die zonder voorbehoud het politieke belang van het volk Israël steunt, maar is het een God wiens macht en zeggenschap de grenzen van het volk verre overschrijdt en die waarheid en gerechtigheid zoekt. Die daarmee ook een nationalistische theologie ontmaskert als misbruik van Gods naam. Die oproept tot godsdienstige zuiverheid en integriteit. En die daarbij, op zijn beurt, gebruik maakt van de profetieën van zíjn dagen. Die teruggrijpt op de belofte ooit aan David gedaan, de legendarische koning uit lang vervlogen tijden. Die weliswaar geen heilige was, en flink de fout in kon gaan, maar die altijd het gezag van God bleef erkennen, en die daarmee een man naar Gods hart was en bleef.

Was het niet een nakomeling van David waar alle hoop op was gevestigd? En werd niet zó de Messias-figuur begrepen? Een nakomeling van David, die net als hij orde op zaken zou stellen. Die misschien niet in alles een heilige was, maar die de gerechtigheid van God na zou streven. En dan het koninkrijk weer zou herstellen, en de Assyriërs weer weg zou jagen, met zwaarden en blinkende wapens; geen halve maatregelen! Net als David zou die nakomeling uit Betlehem moeten komen, en net als David ‘zal hij bekleed zijn met de macht van de HEER, zijn God, en met de majesteit van diens verheven naam.’ Een soort superheld.

Misschien heeft Micha de val van Samaria, de hoofdstad van het Noordrijk in 722 v Chr. nog meegemaakt. Misschien waren dat wel de broeders die aan hun lot werden overgelaten, en waarvan de bovenlaag uit het land verdreven zou worden. Maar het kind van de vrouw die zwanger was en die zou heersen tot aan de einden der aarde, en die vrede brengen zou; dat kind heeft hij geen vorst zien worden. Want het Noordrijk zou niet hersteld worden en honderdvijftig jaar later zou ook het Zuidrijk van Juda met de verwoesting van Jeruzalem door Nebukadnezar hetzelfde lot als Samaria ondergaan. De Messias bleef uit; geen superheld kwam orde op zaken stellen.

Eeuwenlang is het wachten geweest, op die Messias-figuur uit de profetieën van het Oude Testament. De nakomeling van David die misschien niet in alles een heilige hoefde te zijn maar tenminste het zwaard kon laten spreken en die het gezag en de gerechtigheid van God zou herstellen? Zou je dáár niet naar kunnen verlangen?

Wat voor soort heerser zouden wíj in deze tekst kunnen herkennen? Bij de Bijbellunch afgelopen dinsdag kwam die vraag op. Is zo’n tekst voor ons nog relevant? Om een man, kan ook een vrouw zijn, te zien die recht en orde wil dienen. Die niet op eigen eer, op winst of op roem uit is. Maar die het goede wil. Aan Gorbatsjov destijds misschien? Aan president de Klerk, die een einde maakte aan het Apartheidsregime en die met Nelson Mandela een nieuw en rechtvaardiger Zuidelijk Afrika wilde realiseren. Aan Barak Obama mogelijk, de charismatische eerste zwarte president van Amerika, die in persoon de belichaming van hoop was. Zijn dat het soort nakomelingen van David waar wíj op zouden wachten? Vast geen heiligen in alle opzichten, maar niettemin leiders van hoop, van verandering en verbetering.

En allemaal leiders die weer voorbij zijn gegaan… Die ondanks al hun goede bedoelingen allemaal in zekere zin ook wegbereiders van nieuwe chaos zijn geweest. De erfenis van De Klerk en Mandela is spijtig genoeg vol geweld, corruptie en wanhoop. Na Gorbatsjov kwamen Russische oligarchen bovendrijven, waarvan Poetin de oorlogszuchtige zetbaas is. En het presidentschap van Obama blijkt gek genoeg niet verbindend te zijn geweest, maar de opmaat voor de diepe verdeeldheid die Amerika splijt, en misschien wel splitsen zal. Zijn het dit soort messiassen waar we op hopen, of moeten we een ander verwachten?

Niet vreemd dat de magiërs uit het Oosten juist bij het paleis van Herodes aankloppen. Niet vreemd, want zij hadden van de geboorte van een wonderbaar kind gehoord en wilde het eer gaan bewijzen. En Mattheüs laat hen, natuurlijk, naar het centrum van de macht gaan: Herodes. Zouden zij Herodes niet als rechtvaardig en goed heerser kunnen herkennen? Het was in ieder geval een vorst die serieus genomen werd. Oók door de machtige Romeinse keizers, met wie hij op voet van vriendschap stond. Hij was daadkrachtig en vernieuwend. Hij liet steden bouwen, forten, en liet niet te vergeten de tempel in Jeruzalem ingrijpend herstellen. Vast geen heilige, maar een man toch die rust en welvaart bracht, al was het soms met het zwaard? Waarom zouden de magiërs op zoek naar het koningskind niet naar Herodes gaan?

Maar Herodes kan zichzelf niet in dit koningskind herkennen. En hij schrikt. Want zou zo’n koningskind niet juist hem, de zittende koning, naar de kroon en van de troon stoten? Zíjn schriftgeleerden onderstrepen eigenlijk de angst van de Herodes, want uitgerekend Micha, de criticus van de machthebbers, wordt aangehaald. En Herodes zal, zoals we zullen weten, uit voorzorg alle pasgeboren kinderen in Betlehem om het leven brengen. Vernieuwend en daadkrachtig, maar ook bang en wreed. Is dat niet ook de wereld van de grote politiek? We staan er bij en kijken er naar. De erfenissen van Gorbatsjov, De Klerk en Mandela, Obama, het valt te grabbel aan kwaadwillenden. Zou je er niet cynisch of wanhopig van worden?

Of zouden we dan buiten de kracht van God rekenen? De God die zich laat verwoorden in termen uit lang vervlogen tijden en die we kunnen herkennen in de verhalen van ooit. Maar die zich daarin nooit laat vangen. Want de Messias die Jezus zou zijn is niet de Messias die het zwaard laat spreken, is ook niet de Messias die zonder voorbehoud het belang van zijn volk dient, is ook niet de politieke leider die met Herodes om de macht wedijvert. Hjj is iemand die de macht niet naar de kroon steekt, maar veel diepgaander de macht ondermijnt. Door er niet aan mee te doen. Door de wereld op zijn kop te zetten. Door de structuren van de macht onder kritiek te stellen, en daarmee werkelijk vernieuwing te brengen. Vernieuwender dan wij zouden kunnen verzinnen.

De profetie van Micha kwam daarmee misschien wel méér uit dan Mattheüs had bedacht. Want niet in het centrum van de macht moest het kind worden gezocht, maar in een plaatsje ‘te klein om tot Juda’s geslachten te behoren’. Verbonden met de achtergrond van koning David, was het een niettemin een onbeduidende plek gebleven. Dáár moesten de magiërs heen. En wat zij vonden was niet een krachtdadige superheld die met het zwaard orde op zaken zou stellen, maar een klein en kwetsbaar kind. Een kind dat zij gingen aanbidden, en aan wie ze hun geschenken brachten. Een klein en kwetsbaar kind dat ons mensen niet buiten spel -, maar juist in-zet. Een kind dat het met onze geschenken wil doen. En de vraag is wat wij dat kind te bieden, te brengen hebben. De vraag is hoe wíj dit kwetsbare kind behoeden kunnen voor de kwaadwillende macht van het zwaard van Herodes. Als nooit gaat ook het verhaal van de kindermoord in Betlehem niet over lang geleden, maar vraagt het wat wij met zoiets als een kindermoord in Betlehem doen. 

Amen

15 december 2024
Wouter Slob
Maranathakerk
Mattheüs 2: 1-6 Micha 5: 1-5