Alle preken

(Hoe zat het ook weer met) Maria

'Vrouw, wat heb ik met u van node?'

Zusters en broeders,

Maria mag zeker niet ontbreken, als het om belangrijke bijbelfiguren gaat. Maria, de moeder Gods, welteverstaan, want er zijn verschillende Maria’s en Mirjam’s. Mirjam, de zus van Mozes en Aäron, bijvoorbeeld, maar ook Maria de vrouw van Klopas, Maria van Bethanië, en natuurlijk Maria Magdalena, de al of niet geliefde van Jezus. Zoals bij meer namen, is het niet altijd gemakkelijk de vrouwen uit elkaar te houden, maar als het om Jezus’ moeder gaat wordt dat er wel vaak duidelijk bij gezegd. Toch komt ze niet héél veel voor; in de Koran zelfs méér dan in de Bijbel! Maar in de traditie is de rol van Maria tot grote hoogten gestegen. Rechtstreeks tot in de hemel zelfs, volgens het dogma van Maria ten hemel opgenomen dat in 1950 (toen pas!) werd aangenomen, en dat op 15 augustus wordt gevierd.

Protestanten voelen de bijzondere positie van Maria bij katholieken niet altijd makkelijke aan. Met kaarsjes, Weest-gegroetjes, bossen bloemen (hier in de Maria-kapel een enkel boeket, bij de ‘Zoete Moeder’ Maria in Den Bosch kan het een bloemenstal lijken!), en rondgedragen beelden is er bij katholieken een sterke, zogeheten Maria-devotie. En wordt er veel speciaal tot Maria gebeden. Dat kennen Protestanten niet zo.

Al vroeg in de geschiedenis wordt er over de rol van Maria gediscussieerd, om niet te zeggen getwist. In eén van de oudste strijdgesprekken tussen Christenen en critici voert de kerkvader Justinus de Jood Trypho op die de maagdelijke geboorte van Jezus ontkent, en volgens de scepticus Celsus was Maria gewoon zwanger geworden van een rondtrekkende Romeinse soldaat. Met hand en tand zal het opkomende christendom haar waarheden gaan verdedigen. En geregeld gaan uitbreiden. De verhalen die over Maria de ronde doen overtreffen in alle opzichten de Bijbelse gegevens. Zowel in aantal, als in inhoud als in spectaculariteit. En dat is zeker niet iets van de duistere middeleeuwen alleen, toen de mensen nog niet beter wisten. Integendeel, Maria-verschijningen waren in de geschiedenis uiterst zeldzaam maar hebben zich juist in de 20e eeuw spectaculair vermenigvuldigd. Zo spectaculair dat de bisschoppen nogal terughoudend zijn geworden in het erkennen van een Maria-verschijning. Die van Lourdes is wijd en zijd bekend en volop ingekaderd in het katholieke leven. Die van Kevelaere, hier vlakbij, wat minder bekend, maar wel officieel. Maar de Maria-verschijning in bijvoorbeeld Heede, vlak over de grens bij het Groningse Bourtange, is eigenlijk ‘illegaal’. De plaatselijke priesters, en de locale bisschop steunen de verschijning, maar de hogere organen van de kerk zijn terughoudend en voorzichtig. Bij een Maria-verschijning gaat het altijd om iets onverklaarbaars en daarmee ook om iets oncontroleerbaars. En dat is voor de officiële kerk altijd een beetje riskant; want welk kant zou dat wel niet op kunnen gaan? Deze vorm van devotie komt van onderop en wordt door het volk gedragen. En ook daarom voor protestantse theologen zoals ikzelf een fascinerend fenomeen.

De Bijbelse Maria kennen we natuurlijk van het kerstverhaal. Hoe een, waarschijnlijk, jong meisje ‘overschaduwd’ wordt door de Heilige Geest en zwanger wordt. Over die maagdelijkheid was dus al in de 2e eeuw debat, en de vragen van toen zingen ook in ons achterhoofd door. Hoe zou dat kunnen of moeten? Een verkrachting door een romeinse soldaat is misschien een al te ferme verdachtmaking. Net zoals de moderne gedachte dat Jozef en Maria misschien wel gewoon een leuk avondje uit hadden gehad (want dan projecteren we ónze vrijgevochtenheid echt té veel naar het jaar nul). Zou het kunnen, een zwangerschap zonder man? Het komt in de natuur voor, maar toch niet bij mensen. Of zouden we toch maar afzien van een verklaring; want bij het wonder van de geboorte van Jezus gaat het niet zomaar om een biologische uitzonderlijkheid, maar om kosmische verhoudingen. Juist omdat deze geboorte geen biologische basis zou hebben, gaat het om de geschonkenheid van het goddelijk kind. In Jezus erkennen we dat God naar mensen toe is gekomen, en niet een product van enig menselijk handelen is.

Die maagdelijke geboorte moet overigens niet worden verward met de onbevlekte ontvangenis; al zou dat qua morsigheid misschien op elkaar kunnen lijken. Bij de onbevlekte ontvangenis gaat het erom dat Maria onbevlekt met de erfzonde was, anders zou Jezus nooit zonder zonde kunnen zijn. Hier wordt meteen al duidelijk dat het theologische denken ver boven de Bijbelse gegevens uit kan gaan. En aanleiding kan geven voor verdergaande speculaties. Want als er bij Maria van onbevlekking sprake is, dan zou ook háár geboorte toch wonderbaarlijk moeten zijn? En inderdaad, ook over de ouders van Maria (die we in Nijmegen allemaal bij naam kennen: hoe heten ze? Joachim en Anna) zijn wonderbaarlijke verhalen overgeleverd. Vermoedelijk halverwege de 2e eeuw geschreven zijn ze in de vijfde eeuw door verschillende pausen veroordeeld en verworpen, maar niettemin een belangrijke bron van het denken over Maria geworden en gebleven.

Voor protestanten is dit allemaal veel te speculatief gebleven. Wij hielden ons liever aan de Bijbelse gegevens. Buiten het kerstverhaal, dat van de 12-jarige Jezus en de bruiloft te Kana. En in die verhalen kom je een normale moeder tegen, die normaal reageert op haar bijzondere zoon. Die ongerust is als Jezus niet bij de terugkerende pelgrims blijkt te zijn. En die zich zorgen maakt als het feest in Kana dreigt te mislukken. Alle heiligheid van de Maria-devotie ten spijt, Jezus is niet altijd zomaar aardig tegen zijn moeder. Als twaalf-jarig jongetje weet Hij misschien niet beter, maar in Kana wijst Hij haar aanvankelijk scherp af: ‘vrouw, wat wilt u van mij?’. De relatie met de familie is niet altijd even harmonieus. Zowel Mattheus (12: 46-50) als Lucas (8: 19-21) vertellen hoe Jezus de familie buiten liet staan en de voorkeur gaf aan Zijn volgelingen. In Marcus (3: 21) wilden zijn broers Hem ‘onder dwang meenemen, want volgens hen had Hij zijn verstand verloren’. Een gedwongen opname, door Zijn eigen broers georganiseerd! Inderdaad, broers, nog zo’n detail waar veel over is gesteggeld. Want als Maria bij de geboorte van Jezus al maagd was gebleven, bij zijn broers Jakobus, Joses, Simon en Judas, plus nog ongenoemde zusters, toch zeker niet. Of waren dat ‘neven en nichten’ zoals sommigen de eeuwige maagdelijkheid van Maria pogen te redden?

Hier en daar duikt Maria in de verhalen van Jezus op, om dan aan het eind van Zijn leven onder het kruis te moeten staan. Een oude profetie, van de bejaarde Simeon, zou bewaarheid worden toen hij bij de besnijdenis van Jezus zei dat Maria ‘als door een zwaard doorstoken zou worden.’ Vanaf het kruis vertrouwt Jezus, Maria en Zijn leerling Johannes aan elkaar toe. Betrokken bij de balseming van Jezus is de laatste vermelding dat Maria zich met de leerlingen ‘vurig wijdde aan het gebed (Hand 1: 14). En dan zwijgt de Bijbel over Maria.

De traditie is blijven spreken over Maria. En daar is wel een duidelijke reden voor. Een reden die je snel ziet als je een Laatste Oordeelsvoorstelling bekijkt die in vrijwel elke middeleeuwse kerk is te vinden. De bokken worden van de schapen gescheiden; de goeden van de slechten. Op een weegschaaltje wordt de ziel gewogen en kon óf de hemelpoort doorgaan, of door de hellemuil worden verzwolgen. Op die afbeeldingen is God de Vader normaal gesproken buiten beeld; want te hoog verheven en is het Christus die op de regenboog gezeten als Opperste Rechter fungeert. Rechtvaardig, vast, maar streng. En daarmee riskant om zomaar aan te klampen. Maar bij Maria zal je dat wel kunnen doen. Want Maria begrijpt. Die begrijpt wat verdriet is, die begrijpt wat de mensen beweegt, die snapt hoe het ons vergaat en die zal in haar oneindige liefde altijd voor ons open staan. Waar God te ver weg is, en Christus te rechtlijnig, zul je bij Maria begrip vinden. En zou je het dáár dan niet ook zoeken willen?

Ongetwijfeld is het dàt aspect van de Maria-devotie die al die eeuwen zoveel heeft losgemaakt. Die nooit is verflauwd en die ook in onze eigen tijd eerder aan betekenis wint dan inboet. Daar komt Maria naar voren die een liefdevolle moeder is. En die daarmee ook een aspect van vrouwelijkheid vertegenwoordigt. Een aspect van vrouwelijkheid dat door de officiële kerk en theologie altijd wat voorzichtig is bekeken, en misschien wat riskant was omdat je maar nooit wist welke kant het precies op zou gaan. Maar een aspect waar velen zich aan toe wilden vertrouwen, omdat Maria de koesterende liefde belichaamt. Met alle wonderbaarlijkheden is dat gewoon hoe we allemaal gekoesterd zouden willen worden.

Amen

2 februari 2025
Wouter Slob
Ontmoetingskerk

Bruiloft te Kana

Lucas 2: 41-52