Alle preken

Palmpasen

Triomf en grote daden

Gemeente van de Heer

We gedenken het gráág: triomf en grote daden. Natuurlijk horen we liefst bij de winnaars, want verliezers zijn toch: losers. Zouden we dáárom een intredende koning niet gráág gaan toejuichen? De woordkeus van de grote mannen die vandaag, overal ter wereld, hun stemmen verheffen zit vol van gezwollen overwinnaars-taal. De anderen zijn steeds de losers, ‘ik, daarentegen, ben de beste. En met mijn geniale dadendrang zal ik de wereld veranderen, en mijn naam voor altijd doen vestigen.’ Kennelijk zijn er genoeg aanhangers die de mantels uit willen spreiden en met palmtakken willen zwaaien.

Jeruzalem, 1e eeuw. Net als ieder jaar gedenken de mensen de overwinning op farao. Ze waren een volk van losers, lange tijd geweest. Slaven in Egypte. Maar uiteindelijk ontsnapt en dat werd ieder jaar met Pascha gevierd. In dankbaarheid, maar ook met trots. Een feest van bevrijding was het. En misschien zou het wel opnieuw weer een feest van bevrijding worden. Want opnieuw werd het volk onderdrukt en het land bezet. Zou het niet weer eens tijd worden voor een klinkende overwinning? Op de Romeinen dit keer?

En dan komt Jezus de stad binnen. Al geruime tijd waren de verhalen rondgegaan, ‘wonderdoener’ werd Hij genoemd, bijzondere krachten zou Hij bezitten, Zoon van God zou Hij zijn? ‘Messias’ werd er gefluisterd. Messias, de gezalfde. Voor ons heeft dat al snel de typisch christelijke klank die met Jezus is verbonden, maar dat had het voor de juichende menigte toen nog niet. Toen stond het woord Messias voor een krijgshaftige koningsfiguur. Door de zalving kreeg dat goddelijke trekken en zou daarmee de zegen van God dragen. Zoals koning David ooit was uitverkoren, en met de kracht van God Zijn vijanden had verslagen en een legendarisch rijk had opgebouwd, zo zou ook de Messias met Gods hulp orde op zaken stellen. Reikhalzend keken ze ernaar uit, in die tijd waarin ze de zeggenschap over hun eigen land waren kwijtgeraakt. Take back control!

Jezus gaat naar Jeruzalem om daar het Pascha te vieren. Gewoon als goede Jood op pelgrimage. En dan blijkt Zijn reputatie van Messias een explosieve lading te kunnen hebben. Want als Messias zou Hij toch de uitverkorene van God zijn, die de Romeinen weg zou jagen? En zou je die niet met open armen ontvangen; want triomf en grote daden komt Hij doen!? ‘Hosanna, gezegend hij die komt in de naam van de Heer, gezegend het koninkrijk van onze vader David.’ Als overwinnende held wordt Jezus binnengehaald, als de redder van het volk. Met palmtakken zwaaien ze Jezus toe, hun mantels bieden ze aan als rode loper; ja, ze hadden er ook nog wat voor over!

Zou je als leider van een volk niet gráág je zó laten toejuichen? Want dan roep je toch sentimenten wakker die wonderen kunnen bewerken? Als je een uitverkorene van God kan zijn, dan straalt het bovennatuurlijke succes toch van je af? De mannen met grote monden in onze dagen laten zich dit soort religieuze steun graag aanleunen. Als het ook maar even kan beroepen ze zich op een missie van God. Zullen zíj de mensen niet vrijmaken? Van de slavernij waaronder ze geleden hebben? Van de onderdrukking die zij hebben moeten ondergaan. Gráág worden er vijanden en boosdoeners aangewezen (desnoods bedacht), waar volop de pijlen kunnen worden gericht. Het land mag maar blij zijn: ‘gefeliciteerd dat wij verkozen zijn; wij boffen, ú boft maar met ons!’. Eigen beleid wordt als ‘bevrijdingsdag’ in de markt gezet en opgewekt zelfmedelijden wordt omgezet in opgeklopte zelf-genoegzaamheid. En de aanhangers juichen en jubelen, en laten óók de religieuze sentimenten niet zelden meejubelen. Want is deze grote man (het zijn meestal mannen) niet uitverkoren om de grote dingen Gods te doen. En kijken we daarom maar snel voorbíj een mogelijke twijfelachtige levenswandel…

Jezus hitste de menigte niet op. Zijn macht zou niet van deze wereld blijken en Hij was niet gekomen om een slaatje te slaan uit religieuze sentimenten. De macht van Jezus zal niet bestaan uit hoogmoedige doortastendheid die de internationale verhoudingen op z’n grondvesten doen schudden. De macht van Jezus zal niet bestaan uit leugentaal waarmee de eigen onmacht en onkunde moet worden verdoezeld en toegedekt. De macht van Jezus zal niet bestaan uit opgezweepte menigtes die zwaarden en fakkels zullen grijpen om hun zin te krijgen. De macht van Jezus zal niet tegemoetkomen aan de verwachtingen van de menigte die een held willen toejuichen en resultaten terugverwachten. Jezus zal niet de machten van de wereld met gelijke munt terugbetalen, en sterker zijn dan zij. Eerder zal Hij de machten van de wereld juist niet weerstaan, en er doorheen gaan. Dáármee zal die macht worden gebroken, omdat Hij het spel niet meespeelt en zo de macht van zijn kracht berooft. Zo betoont Jezus zich de Messias: niet iemand die aan de verwachtingen van mensen voldoet, maar Iemand die de wil van God volbrengt.

Daarmee heeft God op een andere manier de machten van de wereld bestreden dan eerder in Egypte. Dáár werd Farao op zijn nummer gezet, en bleek God sterker. Maar die overmacht heeft geen duurzame verandering gebracht. Bij David was het opnieuw nodig, maar ná David ging het meteen al weer mis. Zelfs de wijze Salomo zou op het eind van zijn leven tot afgodendienst vervallen. Almachtige overmacht is kennelijk altijd slechts tijdelijk van kracht.

Gooit God het daarom in Christus over een andere boeg? ‘Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van.’ Beroemde woorden van Paulus: door mens te worden, en in het vlees te komen, treedt God binnen in de wereld, in de schepping om er één mee te worden. Juist niet om de schepping Almachtig Zijn wil op te leggen, - op te dringen. Maar om in alle kwetsbaarheid en weerloosheid het kwaad te weer- en te doorstaan. ‘Als mens verschenen, heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis’. Maar met Pasen mag blijken dat die dood aan het kruis niet de overwinning van de machten van de wereld zullen zijn. Juist voorbij de dood zullen deze machten verslagen worden. Want hun macht is gebroken ze als ze hun intimiderende kracht verloren hebben.

Durven wij vertrouwen te hebben in die belofte; in die blijde boodschap? De uitzinnige menigte die Jezus bij zijn intocht in Jeruzalem uitbundig toejuicht, zal snel haar vertrouwen en haar enthousiasme verliezen. Dezelfde kelen schreeuwen enkele dagen later: kruisigt hem, kruisigt hem! Wie niet aan de verwachtingen van mensen voldoet, levert slechts teleurstelling. Wie de heldenrol niet waarmaakt, wordt niet alleen afgewezen maar ‘verdient het’ ook om uit de weg te worden geruimd. 

Blijven wij trouw aan de God, die zich bloot heeft gesteld aan onze folteringen, en realiseren wij ons dat God wordt gekruisigd overal waar we met overmacht de baas willen zijn, en anderen offeren om er zelf beter van de worden? Niet alleen in Jeruzalem destijds, maar stééds door de eeuwen heen. Wat roepen wij; ‘hosanna’ of met ‘kruisigt hem’?

Misschien verlangen wíj ook wel naar triomf en grote daden? Zeker ook in onze tijd van kerkelijke terugloop. Zouden we niet stiekem hopen dat het tij wordt gekeerd? Dat de oprukkende legers van de ontkerkelijking in de golven der zee zouden worden verzwolgen? Zouden wij Jezus zo niet toe willen juichen? Zouden we zo het verval van de kerk, geloof en God vóór kunnen blijven?

Of zouden we beter voorbij de dood moeten durven zien? Want God kijkt voorbij de dood. Dat gaat niet alléén om een verhaal van lang geleden. Dat gaat óók over de zeggenschap van het geloof in onze tijd. En die zeggenschap is niet het verhaal van grote mannen met grote monden die we uit eigenbelang zouden moeten toejuichen. Maar is het verhaal van dienstbaarheid, van liefde, gerechtigheid en barmhartigheid. Weerstand van de wereld is zeker niet uitgesloten. En welke kant het precies op zal gaan, en hoe we het organiseren of vormgeven moeten is ook niet zomaar duidelijk. Maar het begint met de vraag of wij vertrouwen hebben in de overwinning op de dood, en voorbij Pasen durven te zien? Of dat we als teleurgestelde aanhangers de falende held willen offeren op het kruis van de botte macht. Wat roepen wij dan? ‘Kruisigt Hem’ of ‘ontferm U, Heer’?

Amen

13 april 2025
Wouter Slob
Groesbeek
Filippenzen 2: 5-11 Lucas 19: 29-40