Alle preken

Goede Vrijdag

Verzoening; achter ons langs, of met ons mee?

Zusters en broeders,

Begint de betekenis van Pasen niet wat te vervagen? Weet de cultuur, weet de wereld nog wel wat er op het spel staat? Weten wij dat zelf eigenlijk wel? Ongetwijfeld kennen we de afbeelding van Jezus aan het kruis. Of is dat vooral een wat vage schim, die als kleurvlek op de bast van een boom kan staan? Een hongerdoek heeft een aantal mensen gemaakt. Een doek dat traditioneel in de veertigdagentijd het altaar bedekte en waarop het lijden van de wereld te zien is. Niet de vruchten van de Geest, aan deze boom. Maar het leed van de wereld. En dan zijn er rotte appelen en stinkende mispels genoeg om te schilderen…

En dat gaat met Pasen allemaal over?

Vragend, schamperend niet zelden, kijkt onze cultuur, kijkt de wereld (en kijken wij soms misschien) naar die boodschap van Pasen. Want het leed van de wereld, dat snappen we maar al te goed, maar dat in Christus de dood is overwonnen, verzoening ons is gebracht. Hoe moeten we dat verstaan?

Op deze dag, Goede Vrijdag, hebben we decennia lang stil onder het kruis gestaan. We volgden de lijdensweek van Jezus, en stonden bij de kruisiging met de mond vol tanden; kon er wel iest worden gezegd? We lazen het lijdensverhaal in z’n geheel en gingen dan in stilte heen.

Ook dit jaar zullen we in stilte heengaan. Maar iets van toelichting krijgen we, zodat de gekruisigde Jezus niet alleen de schim van ooit blijft, maar relief en betekenis kan krijgen.

Verzoening is het sleutelwoord met Pasen, maar hoe dan? Misschien kennen we het antwoord nog, dat vaak wordt verteld. Aan het kruis heeft Christus met Zijn bloed betaald en ons zo van zonden vrijgekocht. Daarmee is de schuld gedelgd. Een uitleg die in veel liederen bezongen wordt, en die eigenlijk wel makkelijk te snappen is. En aansluit bij onze intuïties. Want als er iets verkeerd is gedaan, maar dan moet er genoegdoening komen. Daarom moest God op aarde komen. In mensengestalte, om zelf de schuld te dragen, want de menselijke schuld was oneindig en wie anders dan God zelf zou dat kunnen voldoen? Eeuwen gelden al schreef een slimme monnik hier een boekje over, en al eeuwen is dat de uitleg van wat verzoening is.

Het is begrijpelijk en snel uit te leggen, maar als je even doorvraagt wordt het al snel onbegrijpelijk. Dat vond ook een andere slimme monnik, die er toch iets anders over dacht. ‘Aan wie moet de boete eigenlijk worden betaald?’, vroeg hij zich af. Zou dat aan de duivel zijn; omdat die over zonde, schuld en straf gaat? Maar zou dat niet gek zijn; dat de duivel een rekening kan presenteren? Alsaf een land met enorme schulden de rekening aan het buitenland zou moeten kunnen opleggen? Hoe je er ook tegen aan kijkt: God staat niet in het krijt bij de duivel! Moest Jezus dan misschien aan God betalen? Maar dan is het toch een soort broekzak-vestzak? Een onderonsje tussen God en Jezus? Dat buiten en achter mensen om gaat? Zou dat niet makkelijk zijn? De schuld is voldaan! Maar is dat dan geen vrijbrief om voortaan alles te doen wat je maar zou willen; de rekening is toch al betaald!?

En àls die rekening is betaald, dan is het vergieten van het bloed van Christus het belangrijkste wat er is. Zou dan deze dag, Goede Vrijdag, niet het hoogtepunt van het geloof zijn? Maar dat is toch juist het dieptepunt!? In Christus wordt God gekruisigd, hoe laag hebben we kunnen zinken! Het hoogtepunt is dat God het daar niet bij laat zitten. En dat met Pasen de dood teniet wordt gedaan! De opstanding, Pasen, is het hoogtepunt!

Zo dacht deze Abelardus. En hij begrijpt de Verzoening op een andere manier. Dat is geen onderonsjes tussen God en Jezus, dat buiten mensen om gaat. Het gaat er juist om dat God Zijn handen niet van de schuldige wereld aftrekt. Dat Hij niet in terechte woede de schuldige altijd wil straffen, maar dat Hij vergeeft wie in berouw zich aan Zijn voeten werpt. En de grootste schuld is dat de liefde wordt gerkuisigd, dat de kwetsbare wordt geofferd, dat de weerloze wordt vertrapt. Dat anderen worden geslachtofferd om er zelf beter van te worden. Dat gerechtigheid, naastenliefde en barmhartigheid wordt weggedrukt door zelfzucht, hebzucht en machtswellust.

Bij het verhaal van Pasen gaat het niet om de kruisigng van Jezus alléén, maar in Christus is het goede geofferd. En niet waren het een paar foute Joden die een paar corrupte Romeinen ophitsten om God te doen verdwijnen; het is al het onrecht dat aan het kruis is gehangen. Al het geweld en al de zonde van alle eeuwen. En dus ook van ons.

Het bloed dat van het kruis druipt is niet de klinkende munt die ons fluitend doet wegkomen met onze schuld; het is de aanklacht dat wij het zover hebben willen laten komen. Dat we bíj hebben gedragen aan de rotte vruchten van de boom van het lijden. Dat we er deel aan hebben, of het niet hebben voorkomen, of misschien zelfs hebben gewild. Het bloed van Christus klaagt ons aan.

Het kruis is de confrontatie met onze eigen schuld. Wat dan?

Wuiven we dat maar weg? Leggen we het op andermans bord? Halen we onze schouders op? Dat doet de wijsheid van de wereld; bij Paulus al, maar ook in onze tijd, onze cultuur, onze wereld. Dat verhaal van verzoening is maar dwaasheid; een flauwekulverhaaltje, want het gaat toch om macht, succes en vooral: om je-zelf? Maar komen we dan van onze schuld af? Of kruipt het op; op onverwachte momenten, in de nacht misschien? Als we rust krijgen om na te denken, als we een oude foto bekijken, en ineens overvallen worden met wat we allemaal verkeerd hebben gedaan, wat we hebben laten lopen, laten gebeuren, of waar we aan bij hebben gedragen… Schuld raak je niet kwijt door het weg te stoppen. Integendeel; steeds méér energie moet er gaan zitten in het wegdrukken. Als een geheim gaat het je beheersen, want altijd kan het de kop opsteken en dus met jet voortdurend worden verhuld. Met een masker moet je leven; het masker van een geslaagd en succesvol leven waar geen vlekje aan zit. Maar dat is de dood, waar je jezelf moet wegstoppen omdat je jezelf niet onder ogen kunt komen.

Ja, Christus máákt vrij. Want je kunt met al deze schuld bij Hem terecht. En Hij zal je niet afwijzen, maar welkom heten. Dàt is Verzoening; dat je in Christus alle schuld, alle mislukking, alle zonde, open mag leggen. En dat Hij je er niet om veroordeelt, maar welkom heet! In deze verzoening hervinden we onszelf. Niet met alle schone schijn die we zo graag op willen houden, maar ook met de geheimen in de krochten van de ziel. Niet alleen wat er geweldig en goed is, maar óók wat er zo ontzettend foutn ging mag bij God worden gebracht; en Hij zal zich ontfermen.

Dat is Verzoening; Niet een juridische afhandeling, maar een persoonlijke overgave. Zo mogen wij onder het kruis staan. Om met Pasen volop te herademen; God draait de wereld niet de rug toe. Maar breekt de banden van de dood! En zal dan het kruis niet gaan bloeien? Met wortels van aanraken, bezoeken, goed woorden, open armen, bidden, luisteren, delen, drinkend uit de bron des levens? Zou dan de boom van leed niet kunnen veranderen in een boom van liefde? Zouden de vruichten van de Geest niet gaan groeien als we de kracht van het levende water op zullen zuigen? Is dat niet: hoop. Maar ook: opdracht?

Amen

18 april 2025
Wouter Slob
Bartholomeuskerk
1 Kor 1: 18- 2: 2 Marcus 15: 16-37